Personenwagens zijn voertuigen van de categorie M1 die ontworpen en gebouwd worden voor het vervoer van personen, bestuurder niet inbegrepen, met maximum acht zitplaatsen. Ook kampeergegevens vallen tevens onder deze categorie. De technische keuring van personenwagens voltrekt zich in enkele fases:
1. Gelijkvormigheidsattest (COC) of het Proces-Verbaal van Goedkeuring (PVG):
In deze documenten zal u de oorspronkelijke bandenafmetingen vinden. Rijdt u niet langer met de originele bandenmaat? Geen enkel probleem, indien de buitendiameter van uw huidige bandenmaat zich binnen een tolerantie van -2% to +1,5% bevindt ten opzichte van de buitendiameter van één van de originele bandenmaten. Controleer via deze link of uw bandenmaat conform is. De snelheidscode dient gelijk of hoger te zijn dan de minimale snelheidsindex, die overeenkomt met de maximale snelheid van het voertuig. Wat betreft het laadvermogen, dient voor elke as de som van de op de banden vermelde draagvermogens (omgezet in massa) hoger dan of gelijk te zijn aan de maximaal toegelaten massa (MTM) voor die as. Andere velgen zijn toegestaan indien het spoor binnen een tolerantie van 2% verhoging blijft ten opzicht van de oorspronkelijke spoorbreedte ( met uizondering van terreinvoertuigen, waar 4% geldt). Verder mogen de banden niet uit het koetswerk steken en evenmin het koetswerk of de ophanging raken wanneer de wielen maximaal uitgedraaid worden.
2. Keuring van de staat van banden:
Uw banden dienen minimaal 1.6 mm te hebben in de hoofdgroeven van het profiel over 3/4 van het loopvlak. Overigens raadt de Belgische wetgever aan zomerbanden vanaf 2.5 mm reeds te vervangen. Tussen de banden op dezelfde as is een maximaal verschil van 3 mm toegestaan. Een lekke band kan bijgevolg soms een noodzakelijke aankoop van twee banden betekenen.
3. Montage van de banden:
Banden en velgen die op eenzelfde as gemonteerd zijn moeten beschikken over dezelfde technische karakteristieken. Onder karakteristieken verstaat men het merk, het model, de afmetingen, het draagvermogen en de snelheidsindex. Symmetrische en asymmetrische banden mogen tevens niet op eenzelfde as gemonteerd worden. Bovendien dienen alle richtingsgebonden banden en asymmetrische banden moeten in de correcte zin gemonteerd worden.
4. Winterbanden
Indien binnen het gezichtsveld van de bestuurder een goed leesbaar zelfklevend etiket werd aangebracht met de vermelding van de maximumsnelheid voor de betreffende M+S banden, wordt de montage van winterbanden met een snelheidsindex lager dan het vereiste minimum het hele jaar door aanvaard.
Bron: GOCA